Installatiemethodes


 

Bij vloerverwarming op waterbasis worden er verwarmingsbuizen in de vloer verwerkt. Deze buizen kunnen zowel bij een reeds bestaande vloer (door middel van infrezen, met het ThinMat-systeem of met een droogbouw-systeem) als in een nieuw aan te brengen dekvloer worden geïnstalleerd (door bijvoorbeeld knopen op stalen netten of bevestiging op Tacker-isolatieplaten). De buizen van het vloerverwarmingssysteem worden na installatie via een verdeler op een CV-installatie, op stadsverwarming of op bijvoorbeeld een warmtepomp aangesloten. 

vloerverwarming-Installaties voor nieuwbouw


Wanneer er een nieuwe dekvloer wordt aangebracht, dan kunnen vloerverwarmingsbuizen direct in de nieuw aan te brengen dekvloer worden verwerkt. Afhankelijk van de beschikbare installatiehoogte kunnen deze buizen worden aangebracht op gegalvaniseerde krimpnetten of op Tacker-isolatieplaten van 20 of 30 millimeter dik.

Spacing

Installeren met behulp van gegalvaniseerde krimpnetten

Bij deze vloerverwarmingsinstallatie worden er over de gehele ondervloer gegalvaniseerde krimpnetten aangebracht. De vloerverwarmingsbuizen worden met behulp van binddraad op deze krimpnetten bevestigd en op het gemonteerde buizenpatroon kunt u vervolgens een afwerkvloer aanbrengen.


Installatie Krimpnetten 1

DEKVLOER-SYSTEEM


Systeemhoogte
Minimale installatiehoogte

 

  70 mm ~ 100 mm
  70 mm
 
Buisdiameter
Buisafstand (hart-op-hart)
 
  16 mm x 2,0 mm
  10 cm
 

 

Meer informatie

 

Spacing

Installeren met behulp van HET TACKER-SYSTEEM

Bij vloerverwarming op Tacker-isolatieplaten worden er over de gehele ondervloer EPS-isolatieplaten van 20 of 30 millimeter dik aangebracht. De vloerverwarmingsbuizen worden vervolgens met behulp van kunststof bevestiging-nieten op deze isolatieplaten bevestigd en op het gemonteerde buizenpatroon kunt u vervolgens de afwerkvloer aanbrengen. Wanneer de Tacker-methode wordt gebruikt voor installatie op gespoten PUR, dan wordt er gebruik gemaakt van rasterfolie.


Installatie Tacker

DEKVLOER-SYSTEEM


Systeemhoogte
Minimale installatiehoogte

 

  90 mm ~ 120 mm
  90 mm
 
Buisdiameter
Buisafstand (hart-op-hart)
 
  16 mm x 2,0 mm
  10 cm
 

 

Meer informatie

 

vloerverwarming-Installaties voor renovatie


Wanneer er vloerverwarming in een bestaande situatie geïnstalleerd moet worden, speelt de totale systeemhoogte vaak een belangrijke rol. Dekvloeren van cement en anhydrite zijn in de meeste gevallen geschikt voor installeren door middel van infrezen.

Spacing Installeren door middel van infrezen in een dekvloer

Wanneer vloerverwarming wordt ingefreesd, dan komen er buizen in sleuven van ongeveer 15 tot 20 millimeter diep in de bestaande dekvloer te liggen. Deze sleuven worden met behulp van een professionele diamantzaagmachine in de zandcement- of anhydrite dekvloer gemaakt. Vloerverwarming installeren door middel van infrezen kan zowel verwezenlijkt worden na oplevering van een nieuwbouw woning als in bestaande woningen en gebouwen, die beschikken over een bestaande afwerkvloer. 


Vloerverwarming infrezen

DUNBED-SYSTEEM


Systeemhoogte
Minimale installatiediepte

 

  n.v.t.
  15 mm ~ 20 mm
 
Buisdiameter
Buisafstand (hart-op-hart)
 
  14 mm x 2,0 mm
  10 cm
 

 

Meer informatie

 

Spacing Installeren door het infrezen van fermacell

Bij vloerverwarming met Fermacell-platen worden de vloerverwarmingsbuizen ingefreesd in gipsvezel vloerelementen met een gezamenlijke dikte van 25 millimeter (deze vloerplaten dienen te worden geleverd en gelegd door derden). Deze techniek kan worden gebruikt wanneer er wordt geïnstalleerd op houten ondervloeren of wanneer er geen aanpassingen gedaan kúnnen of mógen worden aan bestaande dekvloeren. Eén van de belangrijkste verschillen met droogbouw-systemen is dat er op Fermacell direct gelijmd kan worden en dit maakt deze installatiemethode ook geschikt voor het aanbrengen van bijvoorbeeld tegels en plavuizen.


Installatie Krimpnetten 1

DUNBED-SYSTEEM


Systeemhoogte
Minimale installatiehoogte

 

  25 mm of 34 mm
  25 mm of 34 mm
 
Buisdiameter
Buisafstand (hart-op-hart)
 
  12 mm x 1,5 mm
  10 cm
 

 

Meer informatie

 

droogbouw-VLOERVERWARMINGSINSTALLATIES


Als u vloerverwarming wilt installeren op plaatsen waar de dragende constructie minder sterk is (zoals bij houten ondervloeren) dan bieden droogbouw-installaties uitkomst. Afhankelijk van de uiteindelijke vloerafwerking waarvoor wordt gekozen, kunnen er EPS-isolatieplaten met warmte-spreidingsprofielen op de ondervloer worden aangebracht of buizen kunnen in Fermacell-vloerelementen gefreesd worden.

Spacing Installatie met eps-isolatieplaten en geleidingsprofielen

DBS-droogbouwsystemen zijn laaggewicht installatie-oplossingen, die bestaan uit hoogwaardige EPS-isolatieplaten en warmtegeleidingslamellen waarin vloerverwarmingsbuizen bevestigd worden. Deze techniek van vloerverwarming installeren kan gebruikt worden wanneer er wordt geïnstalleerd op houten ondervloeren of als er geen aanpassingen gedaan kúnnen of mógen worden aan bestaande dekvloeren. 


Installatie Krimpnetten 1

DBS14 DROOGBOUW-SYSTEEM


Systeemhoogte
Minimale installatiehoogte

 

  25 mm
  25 mm
 
Buisdiameter
Buisafstand (hart-op-hart)
 
  14 mm x 2,0 mm
  12,5 cm
 
   
     

DBS10-droogbouwsysteem

DBS10 DROOGBOUW-SYSTEEM


Systeemhoogte
Minimale installatiehoogte

  15 mm
  15 mm
Buisdiameter
Buisafstand (hart-op-hart)
 
  10 mm x 1,3 mm
  10 cm
 
  Meer informatie

Spacing Installatie met het heatboard w-systeem

Bij HeatBoard-installaties worden er over de gehele ondervloer geprofileerde EPS-isolatieplaten met een totale hoogte van 18 mm gelegd. Deze platen zijn voorzien van een aluminium toplaag en in de uitsparingen van deze platen worden vervolgens vloerverwarmingsbuizen met een diameter van 12 mm bevestigd. Doordat de buizen vrijwel direct onder de vloerafwerking liggen, zal er een snelle opwarming van de vloer plaatsvinden.


Installatie Krimpnetten 1

heatboard w-Droogbouw


Systeemhoogte
Minimale installatiehoogte

 

  18 mm
  18 mm
 
Buisdiameter
Buisafstand (hart-op-hart)
 
  12 mm x 1,5 mm
  12,5 cm
 

 

Meer informatie

DE WERKING VAN vloerverwarming


Met vloerverwarming systemen verandert u in principe de gehele vloer van een ruimte in een grote radiator. Het watergedragen systeem bestaat uit een aantal verwarmingsbuizen, die volgens een bepaald legpatroon op de ondervloer bevestigd worden.

Deze buizen worden via een vloerverwarming regelunit aangesloten op een (bestaande) CV installatie of andere primaire warmtebron.
In tegenstelling tot radiatoren hoeft er met vloerverwarming niet verwarmd te worden tot hele hoge temperaturen, maar er wordt juist gebruik gemaakt van lage temperaturen van circa 30 tot 40 graden Celsius. 
Dit komt doordat een veel grotere oppervlakte de ruimte verwarmt en het systeem hoeft daarom per vierkante meter veel minder warmte af te geven om een aangename ruimtetemperatuur te bereiken.

Verdelers voor vloerverwarming


Bij vloerverwarmingssystemen wordt onderscheid gemaakt tussen hoog- en laagtemperatuursystemen en systemen die gebruik maken van blok- of stadsverwarming.

Bij al deze systemen blijft het principe van stralingswarmte hetzelfde, maar het verschil zit in de temperatuur van het aangevoerde water waarvan het systeem gebruik maakt.

De aanvoertemperatuur van de warmtebron bepaald hierbij wat voor type verdeler er voor de installatie nodig is.
Zo is er in woningen waar ook ruimtes met radiatoren worden verwarmd een ander soort verdeler nodig, dan in situaties waarbij alle ruimtes door middel van een warmtepomp worden verwarmd.

Aansturing van vloerverwarming


Net als wandradiatoren worden watergedragen vloerverwarmingssystemen op temperatuur gehouden door een toevoer van warm water vanuit een ketel of andere warmtebron in het primaire CV-circuit.  

In de meeste gevallen wordt deze warmtebron geschakeld door een thermostaat die in de woonkamer of andere hoofdruimte geplaatst is. 
Anders dan bij verwarming met radiatoren, is het raadzaam om bij vloerverwarming geen gebruik te maken van een dag/nacht-schakeling van méér dan 2 graden, omdat vloerverwarmingssystemen een ruimte minder snel zullen opwarmen dan wandradiatoren.
Als de gewenste temperatuur 20 graden is bij gebruik van de ruimte, zorg er dan voor dat de temperatuur niet onder de 18 graden Celsius komt bij afwezigheid. 
Wanneer u met een vloerverwarmingssysteem energiezuinig wilt verwarmen, dan is de regel eenvoudigweg “een ruimte op temperatuur houden, is energiezuiniger dan een ruimte steeds opnieuw te moeten opwarmen”. 
Daarnaast is het ook mogelijk om gebruik te maken van draadloze zoneregeling waarbij ruimtetemperaturen onafhankelijk van elkaar ingesteld kunnen worden.